Een interview met wethouder Valentijn Brouwer over milieu, cultuur en onderwijs

Valentijn Brouwer wethouder

Valentijn Brouwer is bezig aan zijn eerste maand als wethouder op portefeuilles als de energietransitie, milieu, onderwijs en cultuur. Dat lang niet alle Castricummers Brouwer kennen, blijkt wel uit de vele reacties van lezers van nieuwsuitcastricum.nl. Tijd voor een interview waarin Brouwer zichzelf voorstelt en zijn ambities als wethouder deelt. ‘Wat is hét lastigste dossier? Ik heb overal zin in. Ik ben heel ambitieus.’

Onderstaand interview is licht bewerkt om de leesbaarheid te bevorderen.

De wethouder op de bakfiets

De kersverse wethouder Valentijn Brouwer vindt het ‘leuk om te horen’ dat inwoners nieuwsgierig naar hem zijn. Als steunfractielid van GroenLinks was hij de afgelopen vier jaar al politiek actief, vooral op de achtergrond. Hij hield zich onder andere bezig met onderwijsdossiers – die nu ook onder zijn wethoudersportefeuille vallen. Een paar dagen voor het interview fietst Brouwer mij op zijn bakfiets –  kind voorin – zwaaiend voorbij in het dorpshart.

Brouwer is geboren in Amsterdam, na een paar jaar verhuisd naar Castricum en maakte na zijn studietijd een uitstapje naar Limmen. Sinds 2014 woont hij weer in Castricum, waar hij fietsend bijvoorbeeld zijn oudste zoon naar de scouting brengt of de middelste naar dansles. Zelf was hij vroeger veel in de Bakkerij te vinden, als bezoeker of basgitarist in één van zijn bands.

Zijn nieuwe baan als wethouder komt voor veel inwoners misschien als een verrassing, maar zelf voelde Brouwer ‘m al even aankomen. GroenLinks-fractievoorzitter Gerard Brinkman polste hem in november al. Stel dat GroenLinks bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart zo’n mooi resultaat boekt en gaat meebesturen, wil jij dan wethouder worden? Brinkman zelf wilde namelijk zijn huidige baan houden en fractievoorzitter blijven. Brouwer toonde interesse. Een paar maanden later veroverde GroenLinks vier zetels (voorheen drie) en vormde het samen met VVD, Lokaal Vitaal en CDA een college.

Wethouder met extra baan

Brouwer mag dan sinds kort wethouder zijn, hij werkt nog steeds vier dagen per week in een leidinggevende functie bij poppodium Victorie. Daar stopt hij pas eind juli vanwege een opzegtermijn. In juli neemt hij zijn resterende vrije dagen op om niet langer één maar twee dagen per week op het gemeentehuis te kunnen werken. ‘Daarnaast heb ik digitale meetings en zorg ik dat ik met mail bijblijf, heb ik raadsvergaderingen op donderdagavond en heb ik met enige regelmaat ’s avonds andere vergaderingen. Dus veertig uur haal ik nog niet, maar met de twee banen samen ga ik er wel ruim overheen.’

Wat hij waardeert aan Castricum? ‘Ik vind het heel fijn wonen hier. Je zit heel dichtbij Alkmaar, Amsterdam en Haarlem, maar tegelijkertijd is er in Castricum ook van alles te doen. Op cultureel vlak vind ik dat er misschien soms nog wel wat meer zou mogen. […] Qua natuur heb je een unieke combinatie van het strand, de duinen, het bos en waterplassen als het Uitgeestermeer. Ik vind Castricum een hele bijzondere plek die ik op die manier niet ergens anders tegengekomen ben.’

Rens: je zegt dat er op cultureel vlak misschien meer mag gebeuren. Wat ontbreekt er volgens jou nog?

‘Dat ligt er heel erg aan naar welke kern je kijkt. Er zit in die zin een verschil in privé en politiek. Ik ben heel lang bij de Bakkerij betrokken geweest. Als je het hebt over de jongerencultuur en de wat alternatievere jongerencultuur qua live muziek, dat hebben we maar heel weinig. Er zijn natuurlijk wel cafés met livemuziek, maar dat zijn vaak coverbands of het is heel erg veilig. Een beetje dat alternatieve, ik vind het wel zonde dat dat er niet is. Het mag misschien op dat vlak wat spannender. Aan de andere kant vind ik Theater Koningsduin bijvoorbeeld een hele grote verrijking van het dorp. ‘

Een ander voorbeeld zijn kunstexposities, zegt Brouwer. ‘We hebben natuurlijk wel wat kunst in de openbare ruimte, maar ik weet niet wat de laatste keer is dat er iets nieuws geplaatst is.’

Rens: is dat iets waar jij je mee gaat bezighouden?

‘Cultuur zit inderdaad in mijn portefeuille. Het is geen onderwerp waar we afspraken over gemaakt hebben in het coalitieakkoord, dus er ligt niets vast. Dat betekent niet dat er niets kan, dus ik ga er wel naar kijken. Wat mij bijvoorbeeld heel interessant lijkt – en volgens mij staat dat ook in de Cultuurnota – is kijken of je leegstand kunt tegengaan door expositieruimte in te richten.

Ik ben nog niet zo lang bezig als wethouder dus moet mij in die zin nog meer in de kernen gaan verdiepen. Maar hier in Castricum staat bijvoorbeeld Wierenga* al heel lang leeg, op het Kooiplein heb je de leegstaande DekaMarkt en over het spoor staat Smitveld als een enorme glazen bak leeg. Het lijkt mij zo mooi als je daar in de vorm van een broedplaats wat kunt doen. Hetzelfde geldt voor het strandplateau in het oude Blinckers-gebouwd. En zo moeten er in Akersloot en Limmen ook zulke locaties zijn.’

De wethouder denkt dat expositieruimtes in de leegstaande panden de gebieden aantrekkelijker maken en ziet een ondersteunende rol voor de gemeente weggelegd. ‘Het is iets dat volgens mij niets tot nauwelijks hoeft te kosten, maar waar wij wel faciliterend in kunnen optreden. Het lijkt me wel leuk om te kijken hoe we dat kunnen ontwikkelen. Ik zeg er wel bij dat ik niet weet hoe dat moet, maar dat is wel een gesprek dat ik aan wil gaan.’

*Een paar dagen na het interview kan nieuwsuitcastricum.nl als eerste melden dat het leegstaande pand van Wierenga een nieuwe huurder krijgt.

Brouwer onderbreekt: ‘Je noemt het maar klein.’

Rens: goed punt. Sommige mensen noemen het klein, want die zeggen: hier een boompje erbij, daar een boompje erbij.

‘Vijfhonderd per jaar, reken maar terug hoeveel er dan per maand geplant moeten worden. Dat kan bijna niet zelfstandig, dat moet je combineren met andere projecten. Dan moet je dus kijken als je een straat opnieuw gaat inrichten. Er zijn een paar straten waarvan wij gezegd hebben: die zijn onveilig, kunnen we niet iets met de inrichting doen. En als we met de inrichting aan de slag gaan, kunnen we dan niet iets doen met bomen planten? Met een boompje hier en een boompje daar ga je geen tweeduizend bomen in vier jaar planten.’

Brouwer legt uit dat de gemeentelijke organisatie bij het herinrichten van een straat altijd moet denken ‘wat betekent dit voor het klimaat?’ en ‘kunnen we iets doen met groen?’ Want: ‘Sommige plekken lenen zich meer voor kleinere boompjes en andere lenen zich meer voor grote bomen. Je moet daar bewust mee bezig zijn, maar dat is een proces en niet iets dat van vandaag op morgen geregeld is. Het is niet zo dat ik een kaartje klaar heb liggen van: daar komen er vijftig en daar komen er vijftig.’

‘Daar zit de uitdaging. We moeten gaan kijken hoe we dit kunnen realiseren. Het plan dat jij noemt, zo kan er heel veel. En heel simpel: als je twee parkeerplaatsen achter elkaar hebt, wat belet je om daartussen een boom te plaatsen. [..] Maar als je dat gaat doen zonder dat je al op die plek bezig bent, is het relatief duur. Want dan moet je echt alleen daarvoor de straat openmaken en een boom planten en de straat weer aangemaakt worden. Als je het combineert met iets anders, hoeven de kosten niet zo hoog te zijn.

[…] ‘We gaan het allebei nodig hebben hé. Als we die vijfhonderd (per jaar, red.) willen halen, kan ik niet alleen maar wachten op straten die opengebroken gaan worden. Maar financieel gezien red ik het niet als ik alleen maar nieuwe plekken ga aanwijzen waar verder niets anders gebeurt (naast het planten van een boom, red.). Dus dat moet je op een slimme manier aanpakken.’

Rens: Dan iets mij opvalt wat betreft afval, ook jouw domein. Bewoners van een rijtjeshuis scheiden hun plastic via een aparte rolcontainer die ze aan de weg zetten. Als appartementbewoner zoals ik dien je je plastic zak naar één van de weinige verzamelcontainers te brengen op bijvoorbeeld de Brink of bij Geesterduin. Vind jij als wethouder van onder meer afval niet dat er te weinig van zulke verzamelcontainers voor plastic zijn?

‘In mijn hart zeg ik ja, maar er is meer wat hier meespeelt. Alleen maar het plaatsen van ondergrondse containers is niet de oplossing. [..] Ik ben natuurlijk net begonnen dus moet mij nog inlezen en neem dingen mee uit mijn tijd als steunfractielid, maar als je in het land kijkt, zie je dat mensen in een appartement moeilijker aan bronscheiding kunnen doen.’

Dat komt volgens Brouwer omdat appartementbewoners hun vuilnisbakken uit huis legen bij een ondergrondse container als het nodig is. Ze hebben doorgaans minder binnenruimte om verschillende prullenbakken te gebruiken en beschikken niet over rolcontainers om afval eenvoudiger te scheiden en op te sparen. ‘Bronscheiding in appartementen blijkt tot dusver niet goed te werken’, stelt hij op basis van conclusies van andere gemeenten. En daar is het vernieuwde afvalbeleid van de gemeente Castricum op ingesteld. Brouwer: ‘[..] Er wordt wel een mogelijkheid geboden om plastic afzonderlijk in te zamelen maar er wordt ook gecompenseerd in de zin dat iemand in een appartement zit, minder hoeft te betalen voor het weggooien van een vuilniszak omdat er rekening mee wordt gehouden dat er plastic in zit en dat daar dus nascheiding in nodig is.’

Rens: ik ben vanuit een rijtjeshuis gewend om plastic te scheiden en doe dat als appartementbewoner nog steeds, vooral voor het milieu. Als ik weer met een grote plastic zak naar Geesterduin loop, hoor ik van andere appartementbewoners dat ze wel plastic willen scheiden als ze het maar op meer plekken kunnen inleveren.

‘Het huidige afvalbeleid is er nog maar kort, we zijn er in januari 2021 mee begonnen. In 2023 is er een grote evaluatie om te kijken wat we bereikt hebben en wat er goed en minder goed gaat. Misschien is dat wel een conclusie die daaruit getrokken wordt. Wat ik bedoel: in mijn hart zeg ik meer ondergrondse containers. Maar als je die containers neerzet en ze worden vervolgens niet gebruikt omdat maar een beperkt aantal appartementbewoners bereid is om thuis plastic te scheiden omdat ze minder ruimte hebben, dan ben ik even de wethouder van de kosten-batenanalyse. En dan zeg ik: wat levert het dan op? Dat is dan het verschil tussen het hart en het hoofd.’

Rens: wat als de gemeente een enquête zou houden onder appartementbewoners met de vraag of zij bereid zijn om plastic afval te scheiden als zij dichterbij huis de plastic zak kunnen afgeven?

‘Dat lijkt mij een hele goede vraag. Dus wat mij betreft is dat een vraag die in de evaluatie meegenomen wordt.’

Rens: de gemeente wil meer zonnepanelen op de daken van eigen gebouwen en op die van sportscholen leggen. Hoe gaan jullie dat aanpakken?

‘Daar moeten we goed naar kijken. Er kunnen verschillende manieren voor zijn. We hebben natuurlijk de Eneco-gelden (de gemeente heeft 23 miljoen euro ontvangen voor de verkoop van zijn aandelen in Eneco, red.). We moeten nog een goed plan maken hoe we die gelden gaan inzetten. Zou het niet mooi zijn als we met geld dat we uit een energiebedrijf gehaald hebben, op een andere manier energie weten te creëren? En dan zodat de energie goedkoper wordt of dat het voorzieningenniveau niet omlaag hoeft vanwege prijsstijgingen.

Terug naar de vraag, de zonnepanelen op de daken. ‘Ik weet nog niet op welke gemeentelijke daken al zonnepanelen liggen en op welke nog niet. Dat moet ik nog uitzoeken. Maar ik vind wel dat het uitgangspunt moet zijn dat overal waar het kan, moeten we het gewoon doen. Natuurlijk ga je op een gegeven moment ook technische problemen tegenkomen als een vol stroomnet, maar ook daar zijn mensen die daar potentiële oplossingen voor zien.’ [..] ‘Uiteindelijk gaat het er wel om dat we stappen moeten zetten in die energietransitie, anders komen we er niet. Zowel voor overheidsgebouwen als voor particulieren geldt dat je soms iets moet doen dat misschien minder leuk is. Ik denk dat wij als gemeente moeten zorgen dat het zo min mogelijk impact heeft op onze inwoners.’

Zonnepanelen op huizen
Rens: bedoel je dan bijvoorbeeld ook het nieuwe coalitieplan om drieduizend huizen in Castricum twee energielabels omhoog te krijgen?

‘Dat gaat in de vorm van stimuleren. Er wordt wel eens gezegd door partijen die daar wat conservatiever in zijn dat er te weinig draagvlak is. Ik denk dat het draagvlak niet vanzelf omhooggaat. En als we het nu niet doen, dan is de opgave over vijf jaar of tien jaar alleen maar groter en moeten we dus veel drastischere maatregelen nemen. En dan krijg je nog enorm veel meer weerstand. Terwijl veel mensen wel bereid zijn om iets te doen maar niet weten hoe, of ze kunnen het niet betalen.’

Rens: dus hoe ga je die mensen nu stimuleren?

‘Dat gaat op verschillende manieren. Er komt vanuit het Rijk en vanuit ons beleid. We gaan met energie- en subsidiecoaches kijken hoe je via bijvoorbeeld een duurzaamheidslening je huis kunt isoleren.’

Is zo’n lening duur? Niet als je bedenkt dat je na het isoleren direct maandelijks bespaart op je energierekening en dat bespaarde bedrag de eerste jaren terugbetaalt in de vorm van rente en aflossing, redeneert Brouwer. Als de lening afgelost is, houd je volgens hem ‘pure winst’ over. De wethouder snapt dat lang niet alle huishoudens in één keer duizenden euro’s kunnen uitgeven aan het isoleren. ‘Mensen die het vanwege de stijgende energiecrisis misschien echt krap hebben, hebben niet altijd de energie en focus om te bedenken hoe ze hun huis kunnen isoleren. En dat snap ik ook, want het is een investering.’

Volgens de wethouder zal de gemeente straks actief moeten uitdragen dat het een plan en budget heeft om woningen te verduurzamen. ‘Dan moeten wij bij wijze van spreken de wijk in. Misschien moet ik wel één dag per maand bij wijze van bij mensen aanbellen om te vragen hoe hun isolatie is en wat we kunnen doen om het energielabel omhoog te krijgen. Niet dat ik de expert ben die ze kan vertellen hoe het moet, maar misschien dat ik ze wel kan helpen om erover na te denken en te zien dat het op termijn een besparing is. Dat lijkt mij wel leuk.’

Rens: en wil je dan liever huishoudens van energielabel D naar B tillen of van C naar A?

‘Dat is een hele goede vraag. Ik ben zelf niet bij de coalitieonderhandelingen geweest, maar dat is wel iets waar over gesproken is.’

De gemeente kiest ervoor om drieduizend huishoudens twee energielabels omhoog te brengen, maar weet nog niet of het eisen gaat stellen aan de minimale en maximale energielabels. Wel zegt de wethouder: ‘Hoe verder je omhooggaat, hoe lager het rendement uit financieel perspectief is en hoe langer de terugverdientijd is. En als ik heel eerlijk ben: ik heb ook liever dat mensen van een G naar een E gaan dan van een C naar een A. Allebei is belangrijk, maar er zijn gewoon nog huizen met een energielabel G.’

Rens: doet de gemeente dan al onderzoek naar waar die huizen met energielabel G staan?

‘Het lastige is dat die energielabels niet verplicht zijn, dus de enige manier waarop wij dat kunnen inventariseren is als een huis verkocht wordt. Dan moet het energielabel aangevraagd en geregistreerd worden. Dus eigenlijk hebben we daar geen goed zicht op. En nee, er wordt nu geen onderzoek naar gedaan. Om dat uit te gaan voeren, moeten we een duidelijk plan gaan maken.’

Rens: laten we het over het onderwijs gaan hebben, dat ook in jouw portefeuille valt. Wat gek misschien, want politiek gezien gaat het qua onderwijs vooral over nieuwe locaties en gebouwen. En bouwen valt onder wethouder Paul Slettenhaar. Denk je dat je voor de onderwijsdossiers veel overleg gaat voeren met Paul?   

‘Jazeker, want alles haakt op elkaar in. […] De raad heeft eerder al uitspraak gedaan dat de locatie Koekoeksbloem beschikbaar is voor woningbouw. Nu staat in het coalitieakkoord dat de locatie Visser ’t Hooftschool de locatie moet worden voor het IKC-Oost en dus dat De Kustlijn vrijkomt. Dat zijn dus uitgewezen percelen voor woningbouw.’

De wethouder moet ook gaan overleggen over de toekomstige vestigingsruimte van De Vrijeschool, dat momenteel in het pand van de oude Augustinusschool zit. ‘Die locatie is ooit aangewezen als een inbreidingslocatie en is natuurlijk ook heel geschikt om een groot aantal woningen te bouwen. En dan is de vraag: wat zijn de alternatieven? Het is niet zo dat woningbouw leidend is, maar het speelt natuurlijk wel een rol.’ En dan is er nog het Supreme College, waar Brouwer ook een nieuwe locatie voor moet vinden. De school moet namelijk in 2024 het huidige pand – de Maranathakerk – uit. ‘En dus moet het gesprek op relatief korte termijn gaan plaatsvinden’, concludeert de kersverse wethouder.

Rens; je hebt veel te bespreken, plannen te maken en besluiten te nemen. Op welk dossier zie jij als wethouder de meeste uitdaging voor de komende vier jaar?

Brouwer denkt na en antwoordt: ‘Mooie vraag. Dossiers hebben verschillende perspectieven. Bij duurzaamheid hebben we hele concrete en best ambitieuze doelen. De vraag ‘wat’ is dan misschien niet complex, maar de vraag ‘hoe’ wel. En als je kijkt naar het onderwijs, daar zijn twee grote dossiers voor IKC’s. Bij de Cunera (IKC West) zit je met een hele complexe situatie als het gaat om welke ruimte er beschikbaar is en of die groot genoeg is. En bij IKC Oost: het gaat daar om het proces van de samenwerking, de raad heeft kritische vragen gesteld, er zijn verwachtingen die niet altijd nagekomen zijn. Dus daar zit de complexiteit veel meer op het proces. Dus wat is hét lastigste dossier? Ik heb overal zin in. Ik ben heel ambitieus.’

Wil je elke zondag een gratis e-mail ontvangen met alleen écht nieuws uit Castricum? Meld je hieronder aan.

Total
0
Shares
Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Posts